regel 3    
                         
        De alfa eet eerst. De andere leden van de roedel krijgen de restjes, tenzij de alfa besluit om deze te bewaren.    
                         
   

In een natuurlijke roedel.

Als in een natuurlijke roedel (met alleen honden) de honden een prooi hebben gevangen eet de alfa altijd eerst. Soms samen met de alfa teef. De rest van de roedel moet wachten tot de alfa klaar is. Je ziet wel eens dat er wel meerdere honden aan het eten zijn, maar je ziet dan ook dat de alfa de prooi heftig verdedigd. De alfa beslist dus wanneer de overige roedel leden mogen eten. Soms besluit de alfa dat de rest niet mag eten, in dat geval legt hij de prooi ergens neer en gaat er zelf ergens in de buurt liggen. Gaat er wel een lagere in rang heen dan zal de alfa luid grommen en de lagere corrigeren met een beet (meestal in de nek), of het voer voor zijn neus wegkapen. Dit doet hij dan om zijn rang te bevestigen.

Bij mensen.

Bij mensen in de westerse wereld zien we dit eigenlijk nooit meer. Het enige dat ik mij kan bedenken is dat bijvoorbeeld de vader of moeder in het gezin het beste/grootste stuk vlees krijgt of als eerste zijn eten opschept. Bij bijvoorbeeld afrikaanse stammen zien we dit echter nog wel. Het stamhoofd krijgt als eerste zijn eten, dan de krijgers (soms eten die samen met het stamhoofd) en pas als laatste de vrouwen en kinderen.

 

Hoe passen we deze regel toe met een hond in ons gezin.

Je kunt het eten van de hond klaarmaken en eerst buiten zijn bereik zetten. Daarna gaan we zelf eten. Pas als wij klaar zijn met eten geven we de hond zijn eten. Het is een goede gewoonte om de hond eerst nog een blijf commando te geven zodat hij zich niet direct op de bak stort. Laat hem op jou commando eten. Ook hier bevestig je je rang mee. Haal zijn etensbak nooit onder zijn neus vandaan met dat hij eet, gegeven voedsel blijft gegeven voedsel. De enige uitzondering op deze regel is als er iets bedreigends met het eten aan de hand is (denk dan aan scherpe botten of iets wat voor de hond giftig is zoals bijvoorbeeld chocolade, mocht je bijvoorbeeld restjes bijvoeren).
Dit kun je in wezen wel met een speeltje doen. Leg een speeltje voor de hond neer. Op het moment dat hij het speeltje wil pakken haal je het voor zijn neus weg. Als je dit een paar keer herhaalt dan verliest de hond zijn interesse. Dit is dan het moment waarop de hond je hoge rang erkent.

 

Wat je nooit mag doen!

Geef de hond nooit iets terwijl je zit te eten. Hierdoor breng je de hond in de zelfde rang als de andere gezinsleden. Dit geld ook voor hapjes of klaarmaken van eten aan het aanrecht of bij de hapjes bij de borrel. Mocht je restjes aan je hond willen geven doe dit dan altijd eerst in zijn voerbak.

Een welbekend probleem is voedsel nijd. Pak nooit de voerbak van de hond weg terwijl hij aan het eten is. Wat je een keer gegeven hebt hoef je namelijk niet terug. Een logische reactie van de hond is dat hij zijn "restje" verdedigd. Het is erg achterhaald als mensen zeggen dat de hond moet leren dat je bij zijn voerbak wil komen. Wil je je hond dit leren dan kan dit wel. Maar op een andere manier. Zet een lege voerbak voor zijn neus en gooi er dan 1 of 2 brokken in van zijn eigen voer. Het moment dat hij deze op heeft gooi je er een paar nieuwe in etc. Dit kun je als hij dit trucje doorheeft opvoeren door er brokken bij te gooien terwijl hij aan het eten is. Dit is een juiste manier van je hond leren accepteren dat je aan zijn voerbak komt. Buiten dit leerproces mag je alleen bij zijn voerbak terwijl de hond eet in geval van nood. Een voorbeeld hiervan is als je hem een restje hebt gegeven en ineens ziet dat er een kippenbotje in zit o.i.d. Kippenbotjes zijn erg gevaarlijk voor de hond omdat dit bot hol is en splintert in het spijsverteringsstelsel van de hond. Mocht dit voorkomen en je weet niet zeker hoe je hond zal reageren trek dan je hond bij de bak weg i.p.v. dat je de bak voor zijn neus weghaalt. Dit is iets veiliger over het algemeen. Dit dus nooit met oefenen maar alleen in geval van nood. Daarnaast is het handig dat je hond het commando los kent (zie hieronder en binnenkort in het hoofdstuk "trainen").

Voedsel nijd kan ook voorkomen bij speeltjes. Het is onmogelijk om een speeltje of wat dan ook uit zijn bek te halen zonder dat je hond hapt op het moment van loslaten. In een geval van een speeltje of iets anders oneetbaars kun je een wisselspeeltje gebruiken. Zorg dat je dit altijd bij je hebt als je hond een dergelijk probleem heeft of veel van de straat eet of in een ander geval ieder moment iets uit zijn bek moet kunnen halen. Thuis kun je dit oefenen. Als hij een speeltje heeft wat hij niet wil afgeven kun je een 2de speeltje pakken. Negeer je hond die het speeltje heeft en ga zelf met het andere speeltje spelen. Daag je hond uit zodat hij dat speeltje interessanter vind dan het eerste speeltje. Je kunt kijken of hij het andere speeltje wil vast pakken. 9 van de 10 keer laat de hond het ene speeltje dan los. Je kunt hier even "los" bij zeggen. Herhaal dit een aantal keer en probeer dan eens het commando "los" te zeggen vlak voor je hem het wisselspeeltje geeft. Ook dit herhaal je weer. Verderop in de training maak je de tijd tussen het commando en het geven van het wisselspeeltje langer. Zodra de hond het speeltje uit zich zelf loslaat prijs je de hond de hemel in en doe je nog even een trekspelletje met hem. Bij de laatste sessie kun je hem in plaats van het wisselspeeltje iets lekkers geven. Zo houd jij dan de 2 speeltjes over en de hond een lekkere snack. Loop dan zonder iets te zeggen weg en negeer je hond even een paar minuten.

 

 
                         
                     
              regel 4